‘Wij hebben geen probleem’

En:

‘Hoe bereiken wij de kerkeigenaren?’

Deze twee zinnen hoor ik vaak. De eerste van kerkeigenaren, de tweede van gemeenten die met de eigenaren in contact willen komen.

En daar tussenin gaapt een gat.

Want het zou zomaar kunnen dat de komende jaren duizenden kerkgebouwen de deuren zullen moeten sluiten — toch proberen de gebouweigenaren het proces van verkoop altijd nog zo lang mogelijk uit te stellen. Ondertussen kunnen of willen zij niet altijd over hun problemen praten.

Tegelijkertijd wil de gemeente juist graag weten hoe de eigenaren van gebedshuizen hun toekomst zien. Misschien komt een gebouw in de verkoop, of komt er een aanvraag voor een herbestemming of nevengebruik. Dat zijn punten waarop kerk en gemeente elkaar gaan tegenkomen, en waarom het handig is tijdig een gesprek aan te gaan.

Openheid dus over de gang van zaken. Dat levert voor kerkeigenaar op dat er energie komt voor nieuwe initiatieven, voor verjonging, om ruimtes te gaan matchen, en om de financiën op orde te (gaan) maken.

De afgelopen jaren zijn honderden kerkenverkenningen opgesteld, en zijn er veel initiatieven geweest om de gebouwen breder toegankelijk te maken. Met al die inzichten, zijn er volgens mij toch nog perspectieven om deze religieuze gebouwen open te houden, en de moeite waard om te onderzoeken!

Zo helpen we erfgoed de toekomst in!